Hongerstaakjes

Een paar weken terug kon ik samen met Iwan en Johan een lang verwachte doelsoort platen: de mysterieuze beekprik. Niet alleen de laatste prik die ontbrak in het rijtje, maar tevens een soort met een zeer speciale ecologie: net zoals libellen, meikevers en de meeste vlinders gaan volwassen beekprikken niet lang mee. Ze zijn geëvolueerd tot een diersoort waarvan de larven (genaamd ammocoete larve) 3 tot 6 jaar in de bodem van stromende waterlopen leven, waarna ze metamorfoseren tot adulten die enkel tot doel hebben zich voort te planten. In tegenstelling tot zee- en rivierprikken die parasitair leven op andere vissen, eten ze nooit. Tongen draaien met de beekprik chica’s, en sterven. De voor prikken typische zuigmond dient wel nog om zich vast te hechten op stenen in de snelstromende waterlopen...

In de beek wordt een kommetje aangelegd door gericht stenen te verplaatsen. Het grint wordt eerst schoongemaakt en vervolgens zetten de vrouwtjes hun eitjes er op af. De mannetjes gaan daar boven hangen en zetten de zaadcellen af.